Deel 4: de bergen van Hsipaw

5 oktober 2018 - Mandalay, Myanmar

Zingende mannen in een busje met de tranentrekkende Céline Dion op de bandrecorder.  Onze Franse medepassagier keek ons vragend aan maar wij wisten het ook niet waar de voorliefde voor deze Canadese zangeres vandaan komt. Überhaupt valt er op de mierzoete muzieksmaak van de Myanmarezen wel wat af te dingen. We zullen het op de koop moeten toenemen.

Wat te laat zijn we uit Nyaunshwe vertrokken maar het eerste gedeelte van de reis schiet gauw op. De weg is niet slecht en alleen de rookdrift van onze medepassagiers levert af en toe een kort oponthoud op. Naarmate we Hsipaw naderen worden heuvels bergen en worden de wegen slechter en steiler. Het busje hobbelt  alsof we door een ‘high turbulence zone’ vliegen. Maar vliegen doen we niet echt, eerder kruipen. Er zitten stukken tussen van, zo schatten wij, tegen de 30% aan. We voelen de moeite die het busje heeft als het zich omhoog trekt en bergaf voelen we door de bodemplaat heen de remmen steeds heter worden. We hopen maar dat de APK er nog op zit. Echt spannend wordt het pas als het busje de top niet meer op eigen kracht dreigt te halen. De weg is steil, onverhard en de recente regen heeft de donkerrood kleien ondergrond tot een glijbaan gemaakt. Je kon erop wachten: de wielen verliezen grip en het busje glijdt achteruit. Met straffe hand dirigeert de chauffeur twee medepassagiers naar de achterbank om zo het gewicht te verplaatsen. Dat was een gouden greep, die hij vast niet de eerste keer heeft toegepast. Slippend en tergend langzaam haalt het busje in een tweede aanloop de top. Net. Maar net voldoende is ook voldoende. Lachend legt de bijrijder alles op film vast. Vreemd gevoel voor humor.

Onderweg stoppen we twee keer om te eten. De Myanmarezen maken graag gebruik van de gelegenheid. Ook om wat erbij te drinken. De eerste keer bier. De tweede keer jassen ze effe een flesje whiskey er doorheen. Doordrenkt van sigaretten en alcohol stappen ze daarna het busje weer in. We zijn blij dat ze ook meteen het raampje van de bus openzetten.

Als we op de hoofdweg van Mandalay naar Lashio komen, wordt het drukker. Te zwaar beladen oude, en soms zelfs hele oude vrachtwagens kruipen vele malen langzamer dan ons busje omhoog. Een aantal staan er met een klapband of verhitte motor langs de kant. Van vrachtwagen tot vrachtwagen komt onze bestemming steeds dichterbij. Zes tot zeven uur zou de rit duren, had het goedlachse licht lispelende meisje ons beloofd. Negen uur zijn het er uiteindelijk geworden. Ze zat er maar een paar uur naast, maar als je het van de positieve kant bekijkt, nog altijd ruimschoots sneller dan de nachtbus, die er dik 14 uur over doet.

Mr. Charles heet ons hotel voor de komende dagen. Best standaard maar voor deze contreien het best haalbare. Standaard naam ook want alles begint hier bijna met mr. Het dorp heeft een mr. Pizza, een mr. Popcorn, een mr. Shake, een mr. Wok en een mr. Food. Soon to be open een mr. Frank ...

Hsipaw is een klein stadje, op 421 meter hoogte, aan de Dotthawady rivier in de Shan State (provincie). Als je de weg vanuit Mandalay verder zou volgen, kom je uit in China. Pluis is het er niet helemaal. Shan State is een etnisch kruidvat waarbinnen een aantal bevolkingsgroepen elkaar al sinds jaar en dag naar het leven staan. Soms ook letterlijk. Bepaalde gebieden zijn daarom afgesloten voor buitenlanders. Hsipaw ligt zo’n beetje aan de grens van zo’n ‘no go-zone’.

Door Buitenlandse Zaken wordt ontraden het gebied in te gaan. Het is overigens niet zo dat je dan meteen levensgevaar loopt, zegt men hier, maar de veiligheidsrisico’s zijn natuurlijk wel de reden dat je een trekking niet zonder een bevoegde gids mag doen. Een trekking gaat nu eenmaal de bergen in en daar staan ook meteen de eerste militaire posten. En er liggen landmijnen. Niet voor niets is het zonder gids, op eigen kracht erop uit trekken, hier strafbaar gesteld.

Tijdens het avondeten horen we veel en vooral harde knallen. Niet van vijandelijkheden over en weer maar van vuurwerk. Vinden ze hier leuk en mag ook gewoon op andere dagen dan 31 december.

Meteen na aankomst hadden we de dag van vandaag geregeld.  Een trekking de bergen in, met gids, en vijf anderen: twee Franse meisjes, een Australisch koppel en een Nieuwzeelander. In het  bergdorpje op de top kun je in een homestay blijven overnachten maar dat doen we niet. Een brommertje zal ons later in de middag terugbrengen naar het stadje. 17 km bergop is voor Frank geen wenkend perspectief. Dat de eerste kilometer vlak is valt dan alleen maar mee. Maar daarna is het toch echt uit met de pret. Rode harde kleipaden langs groene rijstvelden contrasteren mooi met de zilvergrijze lucht. Het levert vergezichten op die postkaartwaardig zijn. De weg slingert omhoog. Gestaag en steil. Bocht na bocht. Gelukkig blijft de zon zoveel mogelijk achter de wolken. Niet dat het niet benauwd is maar als de zon geschenen zou hebben, was het nog zwaarder geweest. Want dat was het, vond zelfs Chantal. Zwaar. Het meegebrachte water is niet voldoende de vochtvoorraad op peil te houden. Tegen zoveel zweet valt gewoonweg niet op te drinken. Als we halverwege de trek twee buffels gemoedelijk in een snelstromend riviertje zien badderen, is de behoefte aan een verkoelende douche groot. Omen est nomen. Even later begint het te regenen. Zoals dat altijd gaat hier: eerst zachtjes daarna steeds een beetje harder en als de sluizen dan echt opengaan, ben je al zo nat geworden dat  het dan ook niet meer uitmaakt.

De harde regen maakt de rode kleipaadjes spekglad. En juist daarop zijn de trailschoenen die we aanhebben niet berekend. Voorzichtig schuifelen we de berg op maar uiteindelijk, vijfenhalf uur nadat we bij mr. Charles vertrokken zijn (effectieve looptijd volgens de sportwatch van Chantal: 4:40 uur) komen we dan toch zonder ongelukken aan in het authentieke dorpje dat boven op de berg ligt. Pankam: op 1191 meter hoogte, 100 woningen, 1 winkel, 1 school, 1 klooster en 600 inwoners. Doordrenkt maar voldaan.

De terugweg is misschien nog wel een grotere uitdaging. Terug naar beneden over de door de regen nog gladder geworden kleipaadjes, waarin motorbikes eerder diepe rillen hebben getrokken. Achterop een motorbike dus. Voor Chantal was er een helm voor Frank niet. En als je het jongetje dat de motorbike bestuurt niet stevig om het middel wil vastpakken, want tsja dat doen mannen nu eenmaal niet, dan wordt de uitdaging alleen maar groter. Achterop balancerend bereikten we uiteindelijk veilig het hotel. Het weer was weer wat opgeklaard en de vergezichten onderweg waren adembenemend. En misschien nog wel postkaartwaardiger dan die van vanochtend. Tot onze niet geringe verbazing komen we na een tijdje vier backpackers tegen zonder gids. Een ervan was de Franse jongen die we gisteren in het busje hadden ontmoet. Hij verkeerde in het niet onprettige gezelschap van drie meisjes. Heel jong en een tikkeltje onnozel. We stopten en onze gids wees ze vriendelijk op het gevaar van alleen het gebied binnentrekken. De Fransman twijfelde. De onnozelste van de jonge meisjes dramde door. Het was maar een advies. Ze wilden gewoon door. En zo geschiedde. Ze vervolgden hun weg. Met zijn vieren. De onnozelste voorop. Hoofdschuddend keken we ze na. Onze gids was er niet gerust op ...

De ochtend na de wandeling zouden we gaan fietsen. Dat was een onderdeel van het ‘Pact van Hsipaw’.  Het compromis dat we hadden gesloten. Bergop lopen de ene dag, fietsen de andere. We hadden ze ook al gehuurd, de semi mtb’s maar het opnieuw met bakken uit de lucht vallende hemelwater houdt ons in het hotel. Wachten totdat je een ons weegt moet ongeveer zo voelen. Het plan was klaar want er is wel het een en ander te zien in de omgeving: hotsprings, drie watervallen om in te zwemmen en, uiteraard, tempels. Heel veel tempels. Het hoeft alleen nog maar droog te worden. En dat werd het niet meer. Of we nog ergens op wachten, vroeg een vriendelijke mevrouw van het hotel. “Dat de regen stopt” was het voor de hand liggende antwoord. Zij legde uit dat het hotel voor de warmwatervoorziening ook was aangewezen op de zon en dat zij het somber inzag voor vandaag. Het geeft ons de tijd dit verhaal te schrijven.

De regen is bijzonder hardnekkig vandaag. Alsof hij maar niet wil accepteren dat zijn seizoen toch echt bijna ten einde is. Hij weet van geen ophouden. Voor ons zit er uiteindelijk niets anders op dan toch maar op de fiets te stappen. Koud is het niet en we hebben regenponchos. Bovendien zijn de mtbs’s uitgerust met een spatbord dat het ergste opspattend water tegenhoudt. Zekerheidshalve gaan ook de zwemkleren mee. We fietsen naar klein Bagan, even buiten het dorpje waar een paar oude tempels liggen zoals erin Bagan zoveel liggen. We lunchen vanwege de regen langer dan normaal in de schaduwrijke tuin van het nabijgelegen Mr. Popcorn, die, naar haar zeggen, het vak zo’n dertien jaar geleden van een Nederlandse dame heeft geleerd.

We fietsen naar alle windstreken van het dorp en laat in de middag doen we nog een fruitsapje bij mr. Shake. De mevrouw van het hotel met haar sombere kijk op het weer had gelijk. Droog is het niet meer geworden. Net buiten het dorp aan de snelweg naar Lashio ligt een uitzichtpunt en een klein monnikenklooster, onze laatste halte van de dag. Je moet er een stuk of 200 trappen voor beklimmen maar daar draaien we onze hand nier meer voor om. Boven aangekomen is er, behalve het uitzicht op de in nevelen gehulde bergen, helemaal niets. Behalve die ene monnik. Chantal begroet hem vriendelijk met een welgemeend ‘jimbala’ ...  vreemd kijkt hij haar aan maar als hij even had nagedacht wist hij dat ze ‘mingalaba’ bedoelde. Hallo op zijn Myanmarees.

Na een hele dag regen zou een warme douche lekker zijn geweest. “But hot water no working” luidde de ontluisterende boodschap toen wij doorweekt terugkeerde in het hotel. Even op de tanden bijten dus maar van koud water word je ook schoon.

Als het tegen de klok van achten nog niet is opgehouden met regenen besluiten we maar in het hotel te eten. De meeste straten zijn veranderd in beekjes en zin in nog een keer natte voeten hadden we niet. Om zes uur ‘s-ochtends, bij het krieken van de dag, regent het nog steeds hard. En de douche deze ochtend? Hot water still not working. Dat belooft niet veel goeds voor de dag van vandaag.

Vrijdag 5 oktober 2018

Foto’s

6 Reacties

  1. Sas:
    5 oktober 2018
    Hopelijk snel weer een warme douche deerkes!
  2. Jos&Tiny:
    6 oktober 2018
    Nou dit lezende hebben jullie alweer een hele doe/vakantie achter de rug.Het was toch echt niks voor mij,om dit jullie allemaal na te doen....chapeau voor beiden.Maar zo te lezen hebben jullie het weer niet echt mee,en ook al geen warm water voor te douchen,in dit gebied toch wel het eerst vereiste,met al die modder die jullie moeten doorstaan.Geniet nog een weekje want dan doemt toch alweer het einde van jullie vakantie op.Nog veel plezier en geniet,Groetjes vanuit een NOG warm Roermond.(zaterdag/morgen 10.30 uur.
  3. Yvonne Linssen:
    7 oktober 2018
    Ondanks de regen mooie lachende gezichten op de foto dus dat zit wel goed. Is ook prachtig wat jullie allemaal zien en meemaken (en kan me voorstellen dat die hartslag af en toe behoorlijk piekt om meerdere redenen😉). Las weer heerlijk weg, op naar de volgende! X Yvonne
  4. Haare:
    7 oktober 2018
    Prachtige verhalen, we laten nog wel weten of we jullie nareizen.( haha) Geniet van het hemelwater. Groetjes de Quichekes
  5. Friedhelm Geisel:
    7 oktober 2018
    Vandaag Zondag ben ik met een Sportwagen gereden.W0? over de
    BAB 52 tot Schwalmtal en weer terug.Dit waas goed voor de Motor
    Tot ziens en verder nog een fijne vakantie.
    Groetjes van Pap of Papa zo Andrea soms zegt.Ha Ha
  6. A. Linssen-Geisel:
    8 oktober 2018
    Sjoon verhaole merre nieks veur mich... gein werme douche dan zit der mer ein dink op ein good glaas wien drinke of iets waat derop liekt!