Deel 5: the Road to Mandalay

10 oktober 2018 - New Bagan, Myanmar

Juist als we op het punt staan met de tuk-tuk naar het station van Hsipaw te vertrekken, gaat de hemel op slot. Het is voor het eerst in een dikke 24 uur droog. Het eerste gedeelte van de weg naar de Koningstad Mandalay leggen we met de trein af. Vanaf Hsipaw met de boemeltrein naar Pyin Oo Lwin. De kaartjes zijn niet duur. Voor €1,60 per persoon zit je gebeiteld. Upperclass. En inclusief verzekering. Waarvoor wordt er niet bij verteld.

Het is zeker niet de snelste manier om te reizen maar wel by far de spectaculairste. De trein baant zich met een gemiddelde snelheid van 27 kilometer per uur, van links naar rechts boemelend, soms gezapig en soms best stevig, een weg door bossen en struikgewas dat tot aan de spoorstaven woekert. Wat te ver overhangt wordt door de boemel genadeloos weggemaaid, wat dan weer door de openstaande ramen naar binnen dwarrelt. De treinrit is echter vooral zo spectaculair omdat de trein het Gohteik viaduct passeert. Een indrukwekkende stalen kolos die de gelijknamige kloof overbrugt. In 1899 door de Amerikaanse Pennsylvania and Maryland Bridge Construction Company gebouwd. Een enkel spoor waarop twee keer per dag een personentrein passeert.

689 meter lang, op een hoogte van 102 meter. Vijftien stalen pijlers moeten het spoor dragen. Er zijn inmiddels hogere bruggen in de wereld maar in zijn soort wordt het Gohteik Viaduct in omvang alleen overtroffen door het Lethbridge Viaduct in Alberta (Canada).

We zagen hem al even toen we over de weg naar Hsipaw toereden en ook toen maakte hij al indruk. Als we het viaduct naderen voel je de spanning in de treincoupé oplopen. Iedereen wil natuurlijk de beste plek voor de foto van het jaar. De machinist beseft dat als geen ander en kort voor de oversteek brengt hij de logge lok puffend en blazend tot stilstand. Een pauze om plaatjes te schieten. Moet je eens aan de NS of Arriva vragen.

De passage zelf duurt nog geen twee minuten. Stapvoets maar zelfverzekerd alsof hij nooit anders gedaan heeft, schuifelt de trein over het viaduct. Sommigen hangen gevaarlijk ver uit het raam in hun ijver de beste foto van de vakantie te maken. Frank ziet zijn blik in de diepe oneindigheid van het ravijn verdwijnen en besluit maar even geen foto’s te maken.

Save me from drowning in the sea

Beat me up on the beach

What a lovely holiday

There's nothing funny left to see ...

De echte kenners onder ons herkennen meteen de eerste regels van Robbie Williams hit ‘On the road to Mandalay’. Als we na zesenhalf uur boemelen in Pyin Oo Lwin aankomen, beginnen we eraan: de road to Mandalay. Voor wie hierbij enig gevoel voor romantiek had, willen we dat meteen wegnemen. De weg naar Mandalay is in feite een ordinaire, stoffige, brede  tweebaans racebaan naar de in het dal beneden liggende stad.

Mandalay ligt 716 kilometer ten noorden van Yangon, aan de brede bruinkleurige rivier de Irrawaddy (Ayeyarwady). Dat is ook midden in het centrum van de droge zone van Myanmar en dat merken we meteen bij aankomst. Het zweet stroomt in pareltjes over de rug.

Mandalay was van 1861 tot 1885 de hoofdstad van Myanmar en nà Yangon, de grootste stad van het land. Het inwonertal wordt geschat op 2,5 miljoen en net als Yangon still booming. De vergelijking met Yangon gaat echter in veel opzichten mank. De stad oogt veel minder modern en kent nauwelijks hoogbouw. Daar waar het verkeer in Yangon vreselijk vastloopt met auto’s (brommertjes zijn er verboden), lijkt Mandalay met zijn toeterende motorfietsjes veel meer op een Vietnamese stad. Een stad die een grote aantrekkingskracht heeft op Chinezen die sinds de jaren ‘90 in groten getale naar Mandalay zijn verhuisd. Vooral echter een stad met heel vriendelijke en open mensen, een stad met zo zijn eigen charmes.

De straten zijn hier, net als in NY, genummerd. Dat is makkelijk navigeren. Van Oost naar West dragen de straten de nummers 1 tot en met 49 en de nummers boven de 50 zijn gereserveerd voor de Noord Zuid-as. Zo ligt ons hotel op de 31ste straat, tussen de 76ste en de 77ste straat. Verdwalen kun je hier dus niet snel (behalve Chantal ... zij beheerst de kunst overal te verdwalen).

Na het inchecken en een verfrissende duik in het rooftopzwembad sluiten we de dag af met een wandeling naar een Thais restaurant. De kortste weg ernaartoe is die over het terrein van het kinderziekenhuis, waar ze met de patiëntjes in bed over straat rijden. Gewoonste zaak van de wereld. Niemand neemt er aanstoot aan, niemand kijkt ervan op.

De bekendste bezienswaardigheid in Mandalay is de Mandalay Hill. Ruim 200 meter hoog is deze niet te missen heuvel die centraal, als een puist op een tienerwang, altijd prominent aanwezig is. Op zijn top, uiteraard, een pagode. De weg naar die top is geplaveid met 1730 treden. We hebben ze niet nageteld maar minder zijn het er zeker niet. De heuvel biedt een fraai uitzicht over de uitgestrekte stad, de rivier waaraan zij ligt en de gindse bergen. En op het fort en dat is plek waar we vandaag onze fietstour beginnen ....

(to be continued)

Foto’s

3 Reacties

  1. Yvonne Linssen:
    10 oktober 2018
    Is dat ff mooi wakker worden met weer een heerlijk reisverhaal👍🏼!
  2. Jos&Tiny:
    10 oktober 2018
    Weer wat te lezen van jullie mooie trip,geniet ze.
  3. Haare:
    10 oktober 2018
    Het is weer een spannend verhaal, op naar de volgende belevenissen.