Deel 6: met de (motor)fiets door Mandalay

10 oktober 2018 - New Bagan, Myanmar

Aan de voet van de Mandalay Hill bevindt zich het fort van Mandalay. Een ommuurde stad van ongeveer 2,5 bij 2,5 kilometer. Rond de muur is een brede paleisgracht gegraven. Binnen in het fort bevindt zich, precies in het midden, het Royal Palace, het koninklijk paleis en bijbehorende gebouwen. Voor wie er is geweest: het heeft wat weg van de Verboden Stad in Peking. In de tweede helft van de negentiende eeuw heeft het als huisvesting gediend voor de laatste twee Koningen van Myanmar. De allerlaatste, Koning Thibaw, was echter zo moordlustig dat de Britten in 1885 besloten hem af te zetten. Zij waren clement. Thibaw werd samen met zijn hofhouding verbannen naar India.

De Britten hadden het fort in 1885 al een klein beetje vernield maar de volledige verwoesting van het fort volgde tijdens de WO II in maart 1945. Pas in 1990 werd het Koninklijk Paleis in ere hersteld. Een 40-tal houten gebouwen, die lijken op de originele gebouwen uit de negentiende eeuw, werden toen volledig herbouwd. Veel van die gebouwen zijn overigens inmiddels weer toe aan enig onderhoud of op zijn minst een nieuw likje verf. De belangrijkste en de mooiste is de troonzaal en die ziet er goed uit, inclusief de replica’s van de bloeddorstige Koning Thibaw en Koningin Suphayalat.

Tegenwoordig heeft het terrein van het fort een overwegend militaire bestemming. Voor ons is dat verboden gebied en dat is best jammer. Zo bevindt zich daar ergens tussen het militair materieel bijvoorbeeld nog steeds de graftombe van de een na laatste koning van Myanmar, Koning Mindon. De beste man, bij leven wreed van de troon gestoten door zijn opvolger Thibaw, had beter verdiend.

Wij kwamen met de fiets maar die mocht niet mee naar binnen. Zonde want het was best een tippel naar het Royal Palace. Eenmaal achter de toegangspoort, amper 50 meter verder, vielen we van ons geloof. Of we een fiets wilde huren omdat het zo ver lopen was naar het Royal Palace.

Mandalay is een oude hoofdstad van Myanmar maar boven alles het religieuze centrum van het land. Er zijn vele buddhistische tempels en in de kloosters in en rond de stad wonen duizenden monniken. Om ze allemaal te bezoeken zou je dagen nodig hebben. We hebben er twee. Een al te strak schema kunnen we bovendien niet aanhouden want of de mensen hier spreken ons aan om hun Engels te oefenen of ze willen met ons op de foto. En het Nederlands voetbal, in het bijzonder Arjan Robben, doet het als gespreksonderwerp ook nog steeds goed.

We beginnen met ons tempelrondje vlak bij het fort waar zich de Kuthodaw Paya bevindt. Hier tref je alle 15 boeken van de Tripitaka (de vroegste geschriften van het buddhisme) aan. Gegraveerd in 729 marmeren stenen en elke steen is gehuisvest in een eigen kleine witte pagode met een zilveren top. In Mandalay afficheert men de verzameling pagodes als “het grootste boek ter wereld”. Blootsvoets rondlopen is verplicht maar is juist hier een hele kunst omdat de zwarte tegels, voorzichtig uitgedrukt, tamelijk heet zijn. Een aardig meisje beschildert ons gezicht met de typische zonnecrème (Tanaka) en tekent er en passant een leuk blaadje op. Maar aardige meisjes doen niets zo maar, blijkt ook nu weer. Het is wel de bedoeling dat we wat van haar of van haar verderop gezeten moeder kopen. Tegen veel te hoge prijzen natuurlijk. De korting die ze vrijwel meteen prijs geeft, doet daaraan niets af.

De weg naar de top van Mandalay Hill, die we daarna beklimmen, is bezaaid met heel veel treden. Steeds als je denkt dat je er bijna bent, komt weer een volgende trap. Boven is het uitzicht over de stad mooi. We worden geïnterviewd en ook maar meteen op film gezet door studenten Engels. De weg naar beneden telt evenveel treden. De hitte en honger slaat toe. We lunchen in een populair ogende tent waar de jongens en meisjes geen letter Engels verstaan. Wel hip maar geen Engels spreken en verstaan, dat is moeizaam bestellen.

De vroege avond is voor een duik in het zwembad. Daarna leveren we de fietsen in. Morgen gaan we wat verder weg, de stad uit. We hebben een brommertje gehuurd.

In het restaurant waar we die avond eten, is de eigenaar erg verguld met zijn Nederlandse gasten. Dat tijdens de maaltijd de stroom uitvalt mag de pret niet drukken. Hij vertelt in gebrekkig Engels honderd uit over hemzelf, de stad, de politiek en Aung San Suu Kyi. En over voetbal natuurlijk. Hij heeft het nog over Van Nistelrooij. De teloorgang van het Nederlands elftal is hem kennelijk ontgaan. En dan die vriend van hem die Amsterdam heeft bezocht en daar met eigen ogen de rode ster van Heineken heeft gezien. Dat laatste lijkt ons inderdaad het hoogst haalbare voor een buitenlandse toerist. In zijn eigen restaurant tapt hij  het Singaporese Tiger bier. Een veel te jong meisje huppelt dartel rond in de zaak in een veel te kort blauw jurkje: Tiger beer promotion. Vol trots stelt hij ons ook voor aan een vriendin van zijn vrouw uit Mogok, dat in het hoge Noorden ligt. Zij handelt in jade. Trots laat ze ons op haar Myanmarse iPhone een deel van haar verzameling zien. We zijn er van harte uitgenodigd maar helaas voor ons is het Noorden verboden gebied voor buitenlanders. Een bordje fruit krijgen we ‘complimentary’ van het huis maar dan toch niet nadat de baas met ons op de foto is geweest. Als we om 21:45 uur naar het hotel teruglopen zijn de straten van de stad uitgestorven. Alsof het diep, diep in de nacht is. Zo maar een zaterdagavond in Mandalay: absolutely nothing to do.

We huren vandaag een brommertje bij Zach, een Amerikaan uit Boston, die met een plaatselijke schone is getrouwd. Hij krijgt goede reviews op tripadvisor. “Oh really?” Het lijkt hem niet te deren. We willen de stad ontvluchten. Weg van de drukte, is het plan. We gaan naar de waterval van Dee Dote, zo’n 50 kilometer buiten de stad. En omdat het toch op de route ligt, pikken we de Mahamuni pagode ten zuiden van Mandalay, nog even mee.

Het tempelcomplex is bekend vanwege zijn grote bronzen beeld van de buddhistische leider Mahamuni. Het is een van de heiligste pagoden van het land. En de meest belangrijke van Mandalay. Iedere dag bezoeken duizenden gelovigen het bijna vier meter hoge beeld van de zittende Buddha. De verering gaat ver, onvoorstelbaar ver. Het hoogst haalbare, en dat kunnen alleen mannen bereiken, vrouwen mogen slechts toekijken, is het beplakken van het beeld met puur gouden blaadjes. Inmiddels zit er een tamelijk dikke laag goud op het beeld. Naar men zegt zo’n twee ton. Niet op het strak glimmende hoofd van het beeld. Dat hoofd wordt overigens elke dag om stipt vier uur en onder massale belangstelling van de gelovigen, gewassen, geschrobd en geboend. Vier uur in de ochtend welteverstaan.

Het geloof in Buddha wordt commercieel best een beetje uitgemolken. In de gangen rondom de pagode zijn veel werklieden bezig met het produceren van Buddhabeelden, bladgoud, houtsnijwerk en andere religieuze artikelen die tegen woekerprijzen worden verkocht. Onderhandelen is een must. Oh ja en deze keer moest Frank een ‘rok’ (longyi) aan om de tempel binnen te kunnen. Zijn korte broek reikte maar tot op de knieën en dat is net niet erover.

De weg naar de waterval is lang en heet. Voordat we de stad verlaten gooien we de tank nog even vol. 1170 kyat voor een liter benzine, omgerekend €0,69. Geen centje pijn dus. Het leukste deel van de route begint zodra we de Highway hebben verlaten. De weg wordt slechter, de bergen ruiger en de dorpjes die de wegen tot dusver omzoomden schaarser. Af een toe een hond of een kudde runderen die oversteken. Niets dat de rust hier verstoort of het moet het dancefestival zijn waar we bij toeval bij uitkomen. Harde muziek en jeugd. Het geluidsniveau zou de toets aan de strenge Solar voorwaarden niet hebben kunnen doorstaan.

Bij de waterval zelf laten we ons misleiden door een bord met een pijl. Achteraf hadden we die pijl moeten negeren en verder omhoog moeten lopen, maar ja, als alles alleen in het Myanmarees staat aangegeven, moet je soms een gok nemen. En het volgen van een pijl is dan niet eens zo’n gekke gok. Dachten wij!

We kwamen bij een bergstroompje aan de voet van de waterval uit. De waterval zelf en het bergmeer waarin je zo lekker kon zwemmen, hebben we gemist. Het gerommel van naderend onweer dwingt ons terug te gaan. Zonder de waterval te hebben gezien, zetten we de route voort. Op weg naar de bekende U Bein-brug, een voetgangersbrug ten Zuiden van Mandalay bij de vroegere hoofdstad Amarapura. Het is met ruim 1,2 kilometer de langste teakhouten brug ter wereld. Misschien ook wel de krakkemikkigste. Hij overbrugt het Taungthmeer en werd omstreeks 1870 gebouwd. Zijn naam dankt hij aan de burgemeester die de opdracht gaf de brug te bouwen. Het teakhout was afkomstig van een verlaten paleis in Ava, dat overbodig was geworden na het verhuizen van de hoofdstad van Ava naar Amarapura. De brug, die op zware pijlers rust, kan tijdens de regentijd gedeeltelijk onder water komen te staan. In het dorpje aan de overkant van de brug vind je, wat verrassend, een paar tempels. Tegen het vallen van de avond flaneert de plaatselijke bevolking, en ook dus de monniken uit het naburige Mahagandayon klooster, op de brug.  De plaatselijke vissers slijten, als gondeliers van Venetië, hun bootjes aan vetbetalende toeristen op zoek naar de beste plek om de zonsondergang op de gevoelige plaat vast te leggen.

Als de zon de lucht diep donkerrood heeft gekleurd, wordt het hoogste tijd terug te rijden naar Mandalay. De duisternis valt snel hier in Myanmar en een motorfiets besturen in het donker is dan toch een uitdaging. Fietsers fietsen vaak tegen het verkeer in en hebben meestal geen licht, auto’s soms ook niet. Oude vrachtauto’s die niet aan de milieunormen voldoen, blazen je met hun walm bijna omver als ze je rakelings passeren en de brommertjes die je in groten getale links of rechts passeren, vinden het nodig daarbij te claxonneren. En dan moet je ook nog eens erop letten dat je elkaar niet kwijtraakt. 

Aan het einde van een lange stoffige dag belanden we uiteindelijk in “Beer City”. Bij het hotel om de hoek en je krijgt er (bijna) alleen maar bier. Opmerkelijk klantvriendelijk: als je te lang over je glas doet, komen ze met een nieuw ijskoud glas waarin ze het verschralende bier over schenken ... als dat geen service is.

Heel Myanmar jogt. Je moet er wel vroeg voor opstaan.  Als Chantal om 6:30 uur aan haar rondje door het park begint (nee ze is niet verslaafd) loopt Frank door het park voor het oude fort om een bijzonder schouwspel gade te slaan. Vrouwen, vooral vrouwen, doen  massaal gymoefeningen, een aerobics workout zouden wij zeggen, op de opzwepende klanken van de Vengaboys (boom, boom, boom, boom, I want you in my room). Een enkeling zwaait verlegen naar die rare man die alleen maar kijkt en niet meedoet. “Iedere morgen” vertelt een meisje dat graag politicologie in Nederland zegt te willen studeren. Iedere morgen komt ze hier een uurtje om samen met lotgenoten aan het lichamelijk welzijn te werken. Zo tegen de klok van zevenen geven de meesten er de brui aan. Het werk, het gezin of, zoals bij het meisje de studie, wacht.

Na het ontbijt ruilen we de motorfiets in voor een ordinaire fiets van mr. Jerry. Hij komt de fietsen persoonlijk brengen naar de motorbikeverhuur van onze Amerikaanse vriend Zach.

We hebben nog wat tempels te gaan. Die doen we op de fiets. De Shwe Bin Kyaung staat als eerste op het programma. Het opvallende aan deze tempel is dat er geen greintje goud valt te bespeuren. Volledig uit teakhout opgetrokken en versierd met houtsnijwerk. Een meesterwerk. De tempel is gebouwd in 1895 in opdracht van rijke Chinees handelaren in jade. Het groene edelmetaal. En dat is dan meteen de brug naar de volgende bestemming.

Om het hoekje van de pagode ligt de ‘jade market’. Een drukte van jewelste is het er: handelaren in jade, sigarettenverkopers en jongetjes die achter een ouderwetse met de voet aangedreven draaitafel in hoog tempo edelstenen slijpen. Maar je kunt er ook gewoon biljarten. Of alleen maar mensen kijken. Een plek waar ze behalve jade en andere edelstenen, vooral ook mooie praatjes verkopen. Chantal twijfelt over de aanschaf van een mooie ring met daarop een blauwe edelsteen. Niet dat de ring niet mooi was, want dat was hij wel,  maar wie zegt nou dat het werkelijk de zoveel karaats edelsteen is die men zegt dat het is. Bij aankopen onder de $1.000,- geven ze geen echtheidscertificaat af. Het gevoel te worden gepiepeld, raken we niet kwijt. Dan maar geen nieuwe ring.

We vervolgen onze fietstocht langs de oevers van de rivier, door het kolkend hart van Chinatown, op weg naar de lunch in de buurt van het hotel. Een mangolassie voor Chantal en een bananenlassie met peanutbutter voor Frank en omdat Frank de rijst zat was, handgesneden frietjes!

De skinny Buddha wordt de laatste stop voordat we terugfietsen naar het hotel. De skinny Buddha is alleen al vanwege zijn hoogte van 22 meter een wat vreemde eend in de bijt tussen alle andere tempels. We zijn geen kunstkenners maar stilistisch schuurt hij tegen het Kubisme aan. Hebben we gelezen. De stekende hitte van de zon doet ons echter snel verlangen naar het rooftopzwembadje. Een lekkere plons ter afsluiting van vier dagen Mandalay, biedt verkoeling maar als we ons daarna willen installeren om wat te lezen betrekt de lucht in rap tempo. De donderslagen en lichtflitsen die we in de verte zien, maken het er niet beter op. Even lijkt het erop dat de donkere wolken overtrekken maar die hoop vervaagt als de eerste regendruppels vallen. Daarna houdt het niet meer op. We hadden ons een betere afsluiting van onze dagen in Mandalay voorgesteld.

Het avondeten nuttigen we bij een restaurant met de spitsvondige naam MingalaBar. Mingalaba betekent hallo en het is het enige woord Myanmarees dat we ons eigen hebben weten te maken.  Het ontlokt iedereen tegen wie je het zegt op zijn minst een glimlach.  Het restaurant serveert uitsluitend typisch Myanmarees eten. En vooral veel. Soep, diverse sidedishe en een echt Myanmarees toetje. Het kon niet op. Veel voor heel weinig geld. De megafles bier inbegrepen. “Very very good”, met die woorden verliet Frank de eetgelegenheid. Chantal hielp hem later die nacht schuddebuikend van het lachen eraan herinneren. Het eten van MingalaBar lag toen al in de wc. Via de verkeerde kant wel te verstaan ...


Dinsdag 9 oktober 2018

7 Reacties

  1. Lieke:
    10 oktober 2018
    Wat hebben jullie weer veel beleefd , spannende verhalen , wat een avontuur!
  2. Yvonne Linssen:
    10 oktober 2018
    Ik ga dan nu toch maar echt op zoek naar een uitgever. Kijken of ik nog een paar procentjes kan meepakken😁
  3. Yvonne Linssen:
    10 oktober 2018
    Is echt een skinny buddha! Dat vinj Ich waal ech hilarisch!
  4. Roderik:
    11 oktober 2018
    Wat een mooi land en gave avonturen👍
  5. Haare:
    11 oktober 2018
    nog altijd genieten van jullie verhaal, volgende keer wel Tom Dumoulin promoten
  6. Ed:
    11 oktober 2018
    Heerlijk, die verhalen van jullie. Elke keer weer een genot om te lezen. En regelmatig lig ik dubbel van het lachen 😂
  7. Jeroen:
    21 oktober 2018
    Ik vraag me dan af sinds wanneer Frank het bier zo langzaam drinkt dat het verschraalt...??