Deel 8: op naar het strand

15 oktober 2018 - Thandwe, Myanmar

Het eenvoudige in baksteen opgetrokken gebouwtje van de luchthaven van Bagan herken je ook alleen maar omdat er Airport op staat. De aankomsthal is tevens vertrekhal en achter de gammele check-in-counters staan vijf mannetjes en een verveeld kijkend vrouwtje ons al op te wachten. Een van hen heeft de belangrijke taak een stickertje van de luchtvaartmaatschappij Yadanarpon Airlines op onze borst te plakken. Zo loop je niet verloren en hoor je meteen ergens bij. Dat geeft een groepsgevoel. De aankomsttijden staan handgeschreven op een whiteboard en wachtrijen om in te checken, kennen ze hier niet. En het is vrije plaatskeuze in het vliegtuig. Lekker makkelijk. Veel te vroeg, twintig minuten voor tijd, vertrekt het enige vliegtuig op het vliegveld. Vijf minuten daarvoor was het vanuit Yangon geland. Voor de verandering regent het.

De weg naar het strand gaat via Heho Airport (Inle Lake). Tijdens de tussenstop stappen de meesten uit. Tien mensen blijven achter in de ATR 72-600, die berekend is op 76 zitplaatsen. De piloot, met baseballpet, haast zich snel naar buiten om nog een sigaretje te roken. Zeven mensen stappen aan boord en vijf minuten en een sigaretje later zijn we knus met zijn zeventienen op weg naar Thandwe, de luchthaven van Ngapali Beach.

Als we Thandwe vanuit de lucht naderen, een half uur te vroeg, schijnt de zon. We waren er heel even bang voor. Onze taxichauffeur had ons de voorpret vanochtend nog flink bedorven. “I’m sorry to say that Sir but there is a heavy storm in the costal region”.  We hadden beter moeten weten. Aan zee schijnt altijd de zon. En wat weet een taxichauffeur uit Bagan nou van het weer aan zee. Zeker deze. Hij keek wel voetbal maar als het erop aankwam, sliep hij toch liever. Vol trots vertelde hij het. Hij schaamde zich er niet eens voor.

Na de douaneformaliteiten (voor een binnenlandse vlucht?) brengt een pick-up ons in twintig minuten tijd naar het hotel. Mooi gelegen aan de Golf van Bengalen. Deze keer eens niet via onze vrienden van Booking.com. Het hotel in Bagan had geregeld dat we vier dagen voor een superiorprijs in een deluxekamer kunnen verblijven. En dat valt niet tegen. Een resort aan het ongerepte en met palmbomen omzoomde strand en een huisje met uitzicht op de bulderende oceaan. Altijd in een andere kleur. Vele tinten blauw, soms zelfs tegen het groene aan. En hij is er altijd. Zichtbaar en vooral hoorbaar. Dag en nacht en het enige dat de stilte doorbreekt is die eindeloze Indische oceaan.

Ngapali Beach heet het strand. Misschien wel het bekendste strand van Myanmar. Thandwe is het nabijgelegen dorpje en zo heet ook de plaatselijke luchthaven. Het ligt allemaal in de omstreden provincie Rakhine. Omstreden vanwege het etnisch conflict tussen Buddhisten en moslims. De aanleiding zou de verkrachting en moord van een Buddhistisch meisje door drie Islamitische mannen zijn. De wraak van de Buddhisten leidde tot de moord van tien Rohingyamoslims en, als reactie daarop, het uitroepen van de noodtoestand door het leger. Die heeft niet kunnen voorkomen dat er op grote schaal slachtingen en verdrijvingen van Rohingya naar Bangladesh hebben plaatsgevonden. Zo'n 90.000 mensen zouden het geweld al zijn ontvlucht maar berichten erover lopen zeer uiteen. Het hangt er maar net vanaf uit welke bron je put. Het regiem hier zwijgt in alle talen. Dat Rakhine, met uitzondering van het toeristische Thandwe en Ngapali Beach verboden gebied is voor buitenlanders, geeft wel aan dat het hier nog steeds rommelt. Dat de mooiste vrouwen van Myanmar juist uit deze provincie komen, naar men zegt, brengt daarin helaas geen verandering.

Het avondeten hier aan de kust bestaat vooral uit vis. Vers gevangen. De red snapper van deze eerste avond wordt nog even vol trots aan Frank gepresenteerd. Hij lag er mooi bij de snapper. Op een bord gedrapeerd. Een prachtige kameraad. De rugvin fier overeind, de mond gulzig halfopen en de grote ogen keken ons vanaf het bord verwijtend aan. Zo zou hij de grill op gaan en zo zou hij worden opgediend. Als Frank het blieft. Voor Frank had het niet gehoeven ... zo’n kennismaking met de vis die je gaat opeten.

De eerste twee dagen doen we bijna niets anders dan op een bedje aan zee liggen, lezen en zwemmen. En Chantal rent in de ochtend natuurlijk blijmoedig haar rondjes op de grens van land en oceaan.

De zaterdagavond is voor de kokoscurry en de spaghetti met zeevruchten.  De Myanmarees waar we aanschuiven, krijgt  goede recensies op TripAdvisor niet in de laatste plaats vanwege de extraatjes van het huis waarmee hij schijn te strooien.  Het begint al met de speciale begroeting van Chantal: “beautiful lady”. Jammer dat de gastheer de twee flinke Russische dames een tafeltje verderop korte tijd later ook zo begroette. Maar verder niets dan lof. Een Gin Tonic van het huis om mee te beginnen, groenten van het huis voor bij de maaltijd en fruit na, ook van het huis uiteraard. En als klapper op de vuurpijl: een glaasje Myanmar rum van het huis. “This is good for sleeping Sir” ...  en zo was het.

Het ontbijt is hier ook een belevenis. Met uitzicht op oceaan en dat maakt het bijna idyllisch maar de communicatie met de meisjes die het ontbijt serveren, is moeizaam. Ze spreken mondjesmaat Engels en voelen ook niet zo goed aan wat ze wel of niet moeten doen. Wel brood maar geen beleg serveren? Wel koffie maar geen melk en suiker? Of wel thee maar geen koffie? Je moet ze al concrete opdrachtjes geven en dan niet te veel tegelijk want dan gaat het alsnog mis. En als je buiten de gebaande paden gaat en in eenvoudig Engels een gesprekje probeert aan te knopen, valt een vertwijfelde bijna hulpeloze blik je ten deel. Toerisme in Myanmar heeft potentie maar er is wel nog een lange weg te gaan.

De zondagochtend willen we met een brommertje naar Thandwe. Of Sandoway zoals de Britten het noemden. Een klein plaatsje tien kilometer verderop landinwaarts. Maar eerst moeten we jullie het verhaal van de betelnoot vertellen. In Myanmar kun je namelijk op elke straathoek betelnoot kopen. Een rode in kleine brokjes gehakte noot gewikkeld in het blad van de betelpalm. Een groen goedje dat wat weg heeft van pruimtabak. Zo wordt het ook gebruikt.

Betelnoot heeft een opbeurende werking. Het kan een euforisch gevoel geven en er worden zelfs afrodiserende eigenschappen aan toegedicht. Bovenal is het echter erg verslavend en erger nog het is heel slecht voor je gebit. Vreselijk mooie rode tanden krijg je ervan. En ook rotte tanden. Dat komt door de ongebluste kalk waarmee ze het goedje vermengen. Mannen vooral oude mannen kauwen gedurende de hele dag hun wangen bol en op enig moment, als ze het zat zijn, spugen ze het goedje gewoon uit. Een diep van binnen komende rochel en een lekkere knalrode fluim volgt. Smakeloos en met een beetje pech precies voor je voeten want daar kijken ze niet naar.  Het gemopper van Frank laat ze koud maar geef ze een oprecht en vriendelijk ‘mingalaba’ en de kans is groot dat ze hun rooie tanden bloot lachen. Voor ons een aparte gewaarwording omdat wij het niet kennen maar hier lijkt niemand zich ervoor te schamen. Integendeel. Ze zijn er zelfs trots op. Betelnoot is voor hen als koffie voor ons, het hoort gewoon bij het dagelijkse leven.

Misschien hadden we tevoren wat betelnoot moeten kauwen maar Thandwe was een beetje een somber stadje met stugge inwoners. Westerlingen zag je niet.  En behalve een plaatselijke markt, waarop de typische dingetjes als vis, vlees, fruit, groenten en prullaria te koop werden aangeboden, was er ook niet heel veel te zien. We besluiten hier niet veel tijd te spenderen. We maken rechtsomkeer om onze plek op de ligstoeltjes aan zee weer in te nemen. Met een glaasje Myanmarese witte wijn, gemaakt door Duitse wijnboeren. En die was nog best te drinken ook.

De avond verrast ons met zo’n typische tropische regenbui. Het druppelt niet maar klatert. Van het ene op het andere moment. Keihard op het dak van ons huisje. Het gerommel van het onweer en de altijd bulderende  oceaan maken de stemming unheimisch.

De volgende dag staan we vroeg op. Voor Chantal staat deze ochtend een trekking op het programma. Frank bedankt vriendelijk voor de eer, niet helemaal tegen zijn zin. Hij verkiest de luie stoel aan zee boven een tripje bergop. En met recht en rede. Er is nog een  spannend boek van Jo Nesbø uit te lezen, een lijf bij te kleuren en een verhaaltje te schrijven. En inchecken voor de vlucht naar Dubai kan ook al. De tijd vliegt.

De hike van Chantal, met gids, twee Franse meiden en wat locals, ging vierenhalf kilometer bergop. Glad was het en de weg omhoog werd geteisterd door bloedzuigers. De beloning was de superswing. Een reuze schommelstoel met uitzicht over de Golf van Bengalen. Badend in het zweet, keert Chantal aan het begin van de middag weer terug in het hotel.

En denk nou niet meteen dat Frank een onbewogen ochtend achter de rug heeft gehad. Vraag ook niet hoe hij is binnengekomen en nog minder wat hij daar te zoeken had. Een bij was Franks zwemshort binnengevlogen en had hem pontificaal in zijn achterste gestoken. De eerste daad van Chantal bij terugkeer is dan ook de achtergebleven angel vakkundig eruit halen. Volgens Chantal was het de straf van een Nat omdat Frank niet wilde meehiken.

De middag brengen we mijmerend door op onze bedjes aan de zee. De vakantie zit er bijna op. Morgenmiddag begint de terugreis. Eerst naar Yangon en dan, midden in de nacht, terug naar Dubai. Daar gaan we, zoals ieder jaar weer, op zoek naar chocolade dadels. En we zullen nog wat laatste zonnestraaltjes van het seizoen meepikken aan de pool van ons hotel. En natuurlijk zal Frank weer zijn burger met frietjes bestellen en zo’n lekker koud Foster biertje, misschien wel twee. Donderdag gaat het dan echt terug naar Brussel. We verheugen ons op de herfst en de rode wijn ... veer sjpraeke ós !

Dinsdag 16 oktober 2018


 


 

Foto’s

7 Reacties

  1. Jos&Tiny:
    15 oktober 2018
    Tis weer zoals altijd een mooi verslag,goh Frank heb jij toch effe mazzel gehad met die bijensteek,stel je toch eens voor dat die bij aan de andere kant had gestoken,wat had Chantal dan moeten doen,ik wil het niet horen,Nog een aantal mooie vakantie/uren,en ja aan alles komt een eind,Wij wensen jullie een mooie maar vooral een veilige vlucht thuiswaarts.
  2. Niels:
    15 oktober 2018
    Leuke verslag allemaal, goeie reis terug! Groeten van ons.
  3. Ed:
    15 oktober 2018
    Jullie weten hopelijk toch dat je de angel van een bij, samen met het gif, eruit moet zuigen? En als Chantal dan tóch eenmaal bezig is 😳
    Het is tenslotte vakantie 😊

    Wederom een geweldig leuk verslag.
    Ik wens jullie nog een paar leuke dagen en alvast een veilige thuisreis !!
  4. Marianne:
    15 oktober 2018
    Prachtige verhalen en mooi dat we mochten meegenieten! Hele goede reis terug en tot snel 😘😘
  5. A. Linssen-Geisel:
    16 oktober 2018
    Frank doe wits wo Leon ens ein bie haet gestaoke....dich hobs gelok gehad. Gooj truukreis en in het vleegtuug hobbe ze auch wien!
  6. Friedhelm Geisel:
    17 oktober 2018
    Ik heb genoten van je Reisverhalen,daarom thuis wacht een
    gehaktbal.tot Ziens
    je Moeder/Schoonmoeder
  7. Haare:
    17 oktober 2018
    Frank en Sjaan, mooie verhalen en een goede reis terug naar jullie riante woning in Remunj.